afb. M. Bolsius
Veel exemplaren van dit type schoen hebben op de wreef een aangenaaide tong waar de veter doorheen gaat. Bij deze schoen is die verdwenen en heeft men een gat in het voorblad gemaakt waar de veter doorheen wordt gehaald. De zool bestaat uit een binnen- en een loopzool. De schoenen hebben nog geen hak. Als versiering heeft men kleine insneden in het leer gemaakt, een wijze van versieren die ook op leren bovenkleding voorkwam. |
Ronald van Genabeek, Eddie Nijhof en Frederike Schipper, Stad op de schop (2019) 342, 723
O. Goubitz, 'De ledervondsten' in: Van Bos tot Stad (1983) 274-283